Aardappelen zijn niet ongevoelig voor weersomstandigheden of bepaalde ziekten, zoals meeldauw of de aardappelplaag. Bovendien zien we jaarlijks de zomertemperaturen stijgen en als gevolg van die droogteperiodes ook een gebrekkige watervoorraad. Dat is geen goed nieuws voor de moestuin.

Maar de ene aardappel is de andere niet. Sommige vroege aardappelen bevatten bijvoorbeeld meer voedingsstoffen en zijn beter bestand tegen de koude. Andere aardappelrassen zijn dan weer beter bestand tegen periodes van droogte of hoge temperaturen. En nog andere aardappelrassen (rassen of variëteiten) zijn in mindere of meerdere mate resistent tegen de aardappelziekte.

TIP! Resistente soort of niet, dek de gewasrijen af met een anti-insecten vliesdoek en stro om ze te beschermen tegen nachtvorst.

• Baltic Fire is een halfvroege aardappel die bijzonder goed bestand is tegen hitte.
• Ook Jelly, dé frietaardappel, verdraagt hogere temperaturen goed en heeft een goede resistentie tegen de aardappelplaag.
• Alouette en Zen zijn zeer resistent tegen de aardappelplaag.
• Primeuraardappelen: plant je midden en eind februari onder koud glas en verdragen de koude. Je oogst ze vanaf midden mei tot begin juni.
  

Le virus Yntn se propage rapidement

Il s'agit d'un virus transmis par les pucerons qui transfèrent le virus de plante en plante. Les variétés non résistantes et sensibles réagissent à ce virus pommes de terre sont encore comestibles mais se conservent beaucoup moins bien. Cette maladie pose davantage de problèmes en raison des étés relativement plus chauds. Les variétés Jelly, Baltic fire et Zen ne sont pas sensibles.

Conseil ! Vous pouvez également prévenir le virus en luttant contre les pucerons qui le propagent.